Afgelopen week was ik bij NFT Paris, een congres over – in mijn woorden – toegepaste crypto-technologie. Hoewel het voor mijn doen rete-commercieel was, vond ik het ook bijzonder interessant om te zien hoe innovatie wordt opgepakt in commercie en cultuur. De leukste onderdelen van deze congressen zijn vaak de kunstgerelateerde side events. Maar wat is nu eigenlijk de aantrekkingskracht van die blockchain-plaatjes? Waarom doen mensen hieraan mee? Hier is mijn visie:
Joera Mulders
Wat is er zo leuk aan NFTs?
Verzamelen is een manier om je te verbinden met kunst. Je kiest bewust of onbewust iets wat bij je past, wat een gevoel of energie bij je oproept dat je raakt. Die keuze is een vorm van zelfreflectie en maakt deel uit van de kunstbeleving. Maar fysieke kunst verzamelen is een (te) dure hobby, weggelegd voor een selecte groep. Natuurlijk kunnen meer mensen kunst kopen, maar dat gebeurt vaak eenmalig of zo infrequent dat er weinig ruimte is om te experimenteren, risico’s te nemen of gewoon plezier te hebben in het verzamelen zelf. Een aankoop creëert bovendien een band met de kunstenaar – soms echt, soms meer als het idee dat je iemand financieel steunt.
De meeste mensen ervaren kunst op een andere manier. In het Louvre zag ik hoe bezoekers massaal foto’s maken. Ik deed het zelf ook. Op het eerste gezicht lijkt dit vreemd gedrag, vooral omdat die foto's zelden teruggekeken worden. Maar het maken van een foto is óók een vorm van identificatie met een kunstwerk, een bewuste keuze om juist dát schilderij of beeld vast te leggen, weer anders gezegd: een heel laagdrempelige en goedkope manier van verzamelen. Eerst voor jezelf, en als je die keuze publiek wilt maken, deel je de foto op sociale media. Daarmee wordt het kunstwerk een klein onderdeel van je digitale identiteit. Maar slechts een heel klein beetje. Want het kunstwerk is niet van jou. En je foto op sociale media eigenlijk ook niet meer. Net als je hele digitale identiteit daar – die is niet echt van jou. Kortom, een suboptimale ervaring.
Voor de prijs van een museumkaartje kun je ook een of zelfs meerdere NFT's kopen: digitale kunstwerken in gelimiteerde oplage, waardoor ze uniek zijn. Je bezit dan echt een kunstwerk. Dit maakt je keuze als vorm van identificatie en zelfreflectie een stuk tastbaarder. En omdat de prijzen relatief laag kunnen zijn, kun je experimenteren. Voor 50 euro per maand zou je wekelijks een kunstwerk kunnen kopen en zo een ontdekkingsreis beginnen: wat vind je mooi, wat resoneert met jou? Blockchains maken het mogelijk om marktplaatsen te bouwen waar kunstenaars en verzamelaars autonoom kunnen opereren zonder tussenpersonen. Tegelijk ontstaan er ook digitale galerieën en curatoren, voor wie dat prettig vindt.
De innovatie van blockchain daar boven op is dat jouw digitale bezit publieke informatie is – al kan dat prima onder een pseudoniem. Applicaties kunnen hierop voortbouwen: je een eigen galerie laten maken, berichten sturen over de kunstenaar of je uitnodigen voor speciale evenementen. Het kunstwerk wordt zo echt onderdeel van je digitale identiteit – een identiteit die van jou is. In tegenstelling tot je profiel op sociale media, dat dat niet is.
Prijsspeculatie speelt zeker een rol, maar in mijn ogen veel minder dan vaak wordt gedacht. Het draait vooral om identiteit: enerzijds een privévorm van zelfreflectie, anderzijds een manier om publiekelijk uit te dragen wie je bent. Sociale media brachten al enorme maatschappelijke en economische veranderingen in dit domein. Blockchains en NFT’s zijn de volgende stap.